IMG_1496Hoofdstuk in Piet Spijk en Annemarie Timmer, Een wereld in zwart-wit. Grafiek en tekeningen van Bernard Essers, Zwolle 2008.

Van de correspondentie van Bernard Essers is veel verloren gegaan. Een aantal brieven is bewaard gebleven en een selectie daarvan komt hier aan de orde, met de bedoeling om een nader beeld te geven van de kunstenaar Bernard Essers. Hoewel er ook van familie en vrienden brieven zijn bewaard is hier gekozen voor de correspondentie met bekende figuren uit het Nederlandse culturele leven van het interbellum. Essers, Dee voor intimi, schreef met kunstenaars als Jan Toorop, Lodewijk Schelfhout en Leo Gestel, met schrijvers als Adriaan Roland Holst, Arthur van Schendel en Lodewijk van Deyssel. Met de meesten had hij zowel een vriendschappelijke als zakelijke relatie. De brieven geven een beeld van Essers’ activiteiten en van zijn ontwikkeling en visie op kunst, maar ook van zijn privé-leven en zijn geestesgesteldheid die nogal wisselend was.

Uit de bronnen komt Bernard Essers naar voren als een voorkomend en bescheiden man. Niettemin had hij een zintuig voor het onderhouden van zinvolle contacten. Hij was geen opportunist, maar slaagde er wel in om als jong kunstenaar de belangstelling te wekken van gerenommeerde collega’s, waarmee hij zijn voordeel deed. Essers liet zich inhoudelijk en vaktechnisch adviseren door oudere kunstenaars, zoals Richard Roland Holst en de grafici Graadt van Roggen en Veldheer. Dat Essers aanvankelijk, zeker tot zijn huwelijk in 1930, de neiging had om op oudere collega’s te steunen komt in de brieven op verschillende manieren naar voren. Vakgenoten van een oudere generatie met wie Essers correspondeerde waren bijvoorbeeld Jan Toorop, Lodewijk Schelfhout en Leo Gestel, schilders die hun kunstenaarsbestaan op de rails hadden toen Essers hiermee begon.

Bernard Essers beschikte over een natuurlijke charme en was ook in zijn brieven altijd voorkomend. Intussen ging het in de correspondentie, met Toorop en Schelfhout bijvoorbeeld, vaak om de ondersteuning van zijn loopbaan. Via Toorop legde Essers zinvolle contacten met de kunsthandel en werd hij geïntroduceerd in het vooruitstrevende kunstenaarscircuit van Domburg. Lodewijk Schelfhout had weer andere kwaliteiten en was voor Essers een stimulans om te gaan reizen. Toen Schelfhout in de winter van 1919 op Corsica verbleef, wilde Essers hem achterna reizen om samen te werken. Het bleef toen bij plannen, maar een jaar later exposeerde Schelfhout een grote collectie van 96 etsen in het Stedelijk Museum Amsterdam, ‘aangevuld’ met 15 etsen van Picasso en 7 werken van Essers. Door het contact met Schelfhout kon Essers zich in de prestigieuze ambiance van het Stedelijk Museum manifesteren in gezelschap van Picasso.

Niet alle correspondentie stond in dienst van Essers’ carrière. Persoonlijke ontboezemingen over stemmingswisselingen en uitingen van twijfel, maar ook idealisme en gevoelens van vriendschap komen naar voren in de brieven aan Adriaan (Jany) Roland Holst.

Zie voor de volledige tekst: Piet Spijk en Annemarie Timmer, Een wereld in zwart-wit. Grafiek en tekeningen van Bernard Essers, Zwolle 2008.