v.l.n.r.Femmy Otten, Rineke Dijkstra, Iris van Dongen
Drie staatsieportretten van Willem-Alexander door v.l.n.r. Femmy Otten, Rineke Dijkstra, Iris van Dongen

Annemarie Timmer 10 december 2014

‘Staatsieportretten Koning Willem-Alexander zijn alle drie in trek’, zo meldde een woordvoerster van het Ministerie van OCW. En NU.nl zette het nieuws een maand geleden op de site. Dat er anderhalf jaar na de onthulling van de portretten nog maar dertig kopieën zijn besteld lijkt me echter een veeg teken. Nederland zit er kennelijk niet op te wachten. En dat geldt zeker voor de lezers van Nu.nl, die in hun discussie de vloer aanveegden met de ‘creabea’s’ die de koningsportretten maakten. Met de keuze van de kunstenaars is echter niks mis. Want intrigerend en alom gewaardeerd zijn al jaren de foto’s van Rineke Dijkstra. Iris van Dongen heeft een bijzonder tekentalent en Femmy Otten onderscheidt zich doorgaans met fijnzinnig schilderwerk. Maar bij tegenvallende portretten van goede kunstenaars vraag je je toch af hoe de opdracht is geformuleerd.

Willem-Alexander enerzijds vangen als vorst en anderzijds als mens, zo luidde de opdracht van het Mondriaan Fonds, dat optrad namens de Rijksvoorlichtingsdienst en het Ministerie van OCW. De kunstenaars moesten de koning en de mens samenbrengen binnen één beeld. En daardoor ging het mis. Er ontstonden zogenaamde iconische portretten waar Willem-Alexander onnatuurlijk op staat omdat hij programmatisch was ingevuld met koningschap. In tegenstelling tot de dynamische portretten die we van Beatrix kennen zien we haar zoon als een statisch figuur, terwijl we hem toch vaak meemaakten als sportliefhebber, actief aanmoedigend op de tribune, zelf schaatsend of enthousiast gooiend met een wc-pot op Koninginnedag. Door de serieuze kant sterk aan te zetten markeren de portretten al te nadrukkelijk een cesuur tussen de periode voor en na de troonswisseling, alsof er afgerekend moest worden met het oude imago van Prins Pils. Het resulteerde jammer genoeg in vreemde koningen, die bovendien niet al te lekker in hun vel zitten. Op de foto van Dijkstra zien we Willem-Alexander met een gespannen gezicht boven een al te massieve tors. De Koning van Van Dongen in zijn damesstoeltje heeft een huidziekte. De bruine vlekken op zijn  handen en gezicht wijzen op een pigmentafwijking of op vroege tekenen van ouderdom. En ook op het portret van Femmy Otten is de Koning ziek, heeft hij een bleek hoofd met kleurloze lippen en te kleine ogen in een pafferig gezicht.

Verhelderend was de televisieuitzending van 25 april 2013 onder de titel Een staatsieportret in wording: De tweedimensionale koning. Uit de interviews werd duidelijk dat de kunstenaars behoorlijk hadden geworsteld met de opdracht van het Mondriaan Fonds, dat immers wenste dat de verschillende aspecten – koninklijk en menselijk – gelijktijdig zichtbaar zouden zijn. De vorst moest zich manifesteren als verheven, waardig, streng, statig met gezag bekleed maar evenzeer als de ontroerende, onzekere, zachte, vriendelijke, toegankelijke medemens. Het lijkt erop dat de uitvoerders van deze eervolle opdracht zich vertild hebben aan de eis om een nieuwe moderne vertaling te geven van het traditionele staatsieportret. En zo leverde de troonswisseling na een mislukt koningslied nog meer gelegenheidskunst op voor een samenleving die niet meer is ingesteld op sleetse uitingen van de monarchie zoals een koningslied, koningsdag met koekhappen en zaklopen of een staatsieportret met verhulde boodschappen en symboliek.

Het Mondriaan Fonds had portretten op het oog die iedereen aanspreken. Maar gezien de reacties op Nu.nl is dat niet gelukt. Dat het ook anders kan blijkt wel uit de positieve opmerkingen op hetzelfde forum over de portretten van Beatrix. Haar ondeugende blik op de zeefdruk van Carla Rodenberg (1982) of haar energieke stap op het doek van Herman Gordijn (1982) zijn levensecht. Ze is als in een snapshot weergegeven zoals we haar kennen: in beweging, actief en zonder het nadrukkelijk streven naar een koninklijke allure.  Beatrix ziet er natuurlijk uit omdat haar persoonlijkheid sterk naar voren komt en de portretten geen verzameling zijn van uiteenlopende vorstelijke kwaliteiten.

Ambtelijke molens werken gelukkig traag en op de tijdrovende officiële selectieprocedure van de kunstenaars wilden veel gemeentes niet wachten. Bestuurders in steden en dorpen schreven daarom hun eigen wedstrijd uit voor het maken van een staatsieportret. En zo werd kort na de troonswisseling een bonte stoet aan portretten onthuld, gemaakt aan de keukentafel of op de schilderclub maar in ieder geval niet in opdracht van het Mondriaan Fonds. Google geeft een aardig beeld van het staatsieportret zoals de gemiddelde Nederlander het vermoedelijk graag ziet. Technisch wellicht niet volmaakt, maar wat de schilderclubportretten onderscheidt van de ‘echte’, is de natuurlijke, ongedwongen uitstraling van de vorst. Er is onbekommerd gekozen voor een bepaalde emotie, meestal vriendelijk en joviaal, soms wat streng en afstandelijk. De portretten zijn eenduidig, zonder dubbele boodschap of verborgen symbolen waar de moderne burger niks mee heeft. Had men het ‘expertcomité’ dat de officiële selectie uitvoerde maar aangevuld met  de onbevangen blikken van een paar gewone burgers, dan hadden ook de lezers van Nu.nl de staatsieportretten vermoedelijk meer gewaardeerd.

Literatuur: . ‘Staatsieportretten Koning Willem-Alexander zijn alle drie in trek’, Nu.nl, 11 november 2014. Henk van Os, ’‘Gewone’ staatsieportretten’, Beeldenstorm II, Amsterdam 1998.

 

Portret Beatrix door Carla Rodenberg
Portret Beatrix door Carla Rodenberg
Portret Beatrix door Herman Gordijn
Portret Beatrix door Herman Gordijn