Voetballers

Het moet in de euforie van een belangrijke voetbalzege zijn geweest toen Bart van der Leck dit aandoenlijke stel in 1913 op paneel zette. Nederland stond op zijn kop toen ons nationale elftal op 24 maart van dat jaar met 2-1 won van Engeland. Het land waarvan ze altijd en zelfs een keer met 12-2 hadden verloren. In een tijd dat sport voor de kunst geen thema was schilderde Van der Leck vier voetballers met een scheidsrechter die strak in het pak met hoed en das meer weg heeft van een begrafenisondernemer dan van een arbiter.

Al was de voetballerij in de kunst rond 1900 geen thema, in het oeuvre van Van der Leck viel het op zijn plek. Hij verbeeldde wat onder het volk leefde en schilderde naast fabrieks- en havenarbeiders dus ook het volksvermaak van een voetbalwedstrijd. Verder vielen de voetballers vanwege hun clubtenue binnen het artistieke doel dat Van der Leck rond 1913 nastreefde: namelijk de weergave van algemene menselijke situaties door ontkenning van het individu en door keuze voor het uniforme. Geüniformeerde figuren als militairen, agenten en voetballers pasten dus in zijn straatje.

Het zijn echter merkwaardige sportlui, deze identiek uitgeknipte figuren die zonder volume kennelijk kunnen voetballen. Ze staan er op hun kistjes nogal houterig bij en herinneren door de combinatie van voor- en zijaanzicht aan beelden op Egyptische reliëfs. Van der Leck deed wat kinderen doen en schilderde van de werkelijkheid het meest kenmerkende, meest eenvoudige beeld. Hij plaatste de mannen bovendien zonder afsnijding precies binnen een wit beeldvlak dat in niets lijkt op een sportveld. De gebruikte kleuren zijn voornamelijk primair en wijzen vooruit op het kleurgebruik van De Stijl, de groep puriteinen van de geometrische abstractie waar Van der Leck later bij hoorde. Naast zwart, grijs en wit gebruikte hij rood, geel en blauw, al deed hij bescheiden concessies voor het groene koord van de scheidsrechtersfluit en het bruin van de leren bal. De huid van de mannen is vrijwel wit en wordt door een zwarte lijn afgescheiden van de eveneens witte achtergrond.

Gekleed als heer van stand lijkt de scheidsrechter in niets op het beeld dat wij van een arbiter hebben. Zijn onpartijdigheid komt weliswaar naar voren in zijn centrale plaats en de rigide wijze waarop zijn stropdas het beeldvlak precies in tweeën deelt. Maar dat we hier een scheids zien maken we op uit de context en niet uit de figuur zelf. Deze vervreemding geldt door de herkenbare tenues minder voor de voetballers. Foto’s van teams uit die periode tonen mannen in vergelijkbare outfits, al heeft het geschilderde beeld weinig overeenkomst met de interland van 1913, want gestreepte truien waren er niet en de Engelsen speelden zelfs in keurige witte overhemden met kraag en opgerolde lange mouwen.

Tenslotte het spel dat hier nauwelijks wordt gespeeld. Het is bijna komisch om te zien hoe de dynamiek van voetbal door Van der Leck volledig is gestold. De stijve opstelling laat geen ruimte voor fysieke strapatsen, want de schilder heeft met een lineaal rechte horizontale lijnen getrokken voor de plaatsing van de verschillende lichaamsdelen en de strepen op de shirts. Daardoor zijn de mannen precies even groot en ook hun proporties zijn onnatuurlijk schematisch en gelijk. Voetbal is ontdaan van elke vorm van lichamelijkheid. Er is geen fysiek contact en geen beweging. We kijken naar het moment voor een aktie, hoewel, het been van de voetballer links met de bal op de schoen beweegt. De voet is los van de grondlijn. Er wordt getrapt.

Niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk heeft Van der Leck zijn voetballers geüniformeerd. Hij schilderde geen vedettes maar mannen met identieke lijven en een neutraal witte huid die hun identiteit inruilden voor het collectief belang. Alsof het de verbeelding is van de zo geroemde teamgeest van het Nederlands elftal onder leiding van hun coach Louis van Gaal. Met zijn veelbesproken wissels stelde hij het spel boven de spelers, maakte hij de ego’s ondergeschikt aan de saamhorigheid en organisatie van het team. Hiermee kwamen ze ver. Totdat ze in de slotfase van het wereldkampioenschap 2014 de halve finale verloren van Argentinië. Daarmee spatte voor het volk een voetbaldroom uiteen en meldde Nederland zich de dag na de wedstrijd massaal ziek.

Bart van der Leck, Voetballers, 1913, caseïneverf op eterniet, 41 x 71 cm, Gemeentemuseum Den Haag.