IMG_1503Fragment van mijn hoofdstuk ‘Als het nagloeien van een intens gevoel. De Kunst van Alida Pott’, in: A. Burema e.a. (ed), Ekke Kleima, George Martens, Henk Melgers, Alida Pott, Jannes de Vries – ‘bezield met meer of minder “moderne” geest’, Groningen 2003.

Het oeuvre van Alida Pott is betrekkelijk klein gebleven. Haar persoonlijke omstandigheden stonden een ruime ontplooiing van haar kunstenaarschap in de weg. Niet alleen was ze druk bezet door haar baan als tekenlerares aan de Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzeressen. Na haar huwelijk in 1922 met George Martens kreeg ze ook twee kinderen, waardoor ze als moeder en kostwinner een dubbele taak had. Helaas had ze een zwakke gezondheid, die haar het werken op den duur onmogelijk maakte. Alida  was slechts drieënveertig jaar toen een ongeneeslijke longziekte haar velde en een einde maakte aan haar leven en artistieke loopbaan. Haar werken zijn daarna door George Martens als een kostbare schat bewaard. Pas de laatste tijd zijn ze in tentoonstellingen weer voor het voetlicht gebracht en is de belangstelling ervoor gegroeid.

HAAR POSITIE BINNEN DE PLOEG
Alida Pott was vanaf het begin in 1918 lid van De Ploeg en is dat tot aan haar dood in 1931 gebleven. Ze voelde zich nauw verbonden met de kunstkring, en het feit dat ze zich stilistisch niet conformeerde aan één van de hoofdrichtingen deed hier niets aan af. De Ploeg wordt doorgaans verbonden met het expressionisme, maar diversiteit in uitingen is eerder een kenmerk. De Ploeg was in de eerste plaats een kunstkring, geen groep gelijkgestemden die het eens waren over de vraag of er abstract of figuratief geschilderd moest worden, zoals ‘De Stijl’ of later na de Tweede Wereldoorlog ‘De Realisten’. Uiteraard beïnvloedden de Ploegleden elkaar, maar onder het motto vrijheid blijheid werkte ieder toch zoals het hem het beste leek.

Het bindende element binnen de kunstkring was de Ploeggeest, een geest van vernieuwing waaraan Alida Pott volledig deel had. Het ging om de kunstenaarsmentaliteit en deze had niets te maken met een bepaalde stijl van werken, al zat men niet te wachten op een al te academische werkwijze. De ware Ploegkunstenaar voelde zich geworteld in het Groninger land, maar stond evenzeer open voor de internationale ontwikkelingen.  ‘Oerprovincialisme en internationalisme zijn de grondslagen van het denken’, zo formuleerde

Johan Dijkstra de mentaliteit binnen De Ploeg.[1] De blik was gericht op de avant-garde van het Duitse expressionisme, het Belgisch constructivisme, Frans kubisme, De Stijl en het Dadaïsme. Ploegkunstenaars reageerden op de bestaande kunst in Groningen door een oriëntatie op ‘ver weg’, en daarin was Alida een voorloper.


[1] Johan Dijkstra in: Hendrik de Vries en Johan Dijkstra, De Ploeg 20 jaar, Den Haag 1938, p. 13.

Zie voor de volledige tekst de uitgave van het Groninger Museuem: ‘Als het nagloeien van een intens gevoel. De Kunst van Alida Pott’, in: A. Burema e.a. (ed), Ekke Kleima, George Martens, Henk Melgers, Alida Pott, Jannes de Vries – ‘bezield met meer of minder “moderne” geest’, Groningen 2003, pp. 48-85.